“De nieuwe kijk op de arbeidsmarkt vraagt om écht ondernemerschap”

Marjolein analyseert als directeur arbeidsmarkt trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Voor Randstad inventariseert en duidt ze deze en maakt haar bevindingen toegankelijk met artikelen, lezingen, gastdocentschappen en als spreker voor radio en televisie. “Als organisatie willen wij hiermee een bijdrage leveren aan de veranderende arbeidsmarkt. Hiermee proberen we de wereld een beetje beter te maken.”

We voelen allemaal dat er iets speelt en verandert in de wereld en dus ook op de arbeidsmarkt. De oude zekerheid om vanaf school tot aan de pensioengerechtigde leeftijd bij een bedrijf te werken in een vastomlijnde functie is er niet meer bij. “Hoe kan men met een zekere zekerheid in de toekomstige maatschappij leven, wonen, werken, leren en uitrusten?”

Onzekere uitkomst

Marjolein stelt: “We moeten ons realiseren dat het statische voorbij is. Ontwikkelingen kun je alleen bijbenen met bewegen en aanpassen.” Het is weliswaar een andere wereld, maar volgens haar niet per se een onzekerdere of onveiligere wereld. “Maar dan moeten we wel bepaalde zaken toekomstgerichter gaan organiseren. Ik merk dat mensen het lastig vinden om naar een niet-vastomlijnd doel te bewegen. We kennen binnen de arbeidsmarkt de factoren die arbeid beïnvloedt, maar de uitkomst waar we dan heen zouden moeten bewegen, is onbekend.” Ze doelt hier vooral op factoren als technologische ontwikkelingen, verduurzaming, de steeds ouder wordende mens en globalisering 4.0.

Baanbrekende oplossingen

Marjolein schetst: “Voorheen was alles duidelijk afgebakend. Dit is van ‘onderwijs’, dát is een ‘werkgever’, ‘dít is de verantwoordelijkheid van de overheid’ en daar gaat ‘dé vakbond’ over. Die onderverdeling is vertroebeld. De komende jaren verkennen we wat van wie is en zullen we ontdekken dat we moeten samenwerken. Dat kan niet meer op de oude manier,” voorspelt deze arbeidsmarktdeskundige/kenner. “We kunnen slecht over ons eigen belang en logo heen kijken. Vinden het zelfs verdacht als een ander dat wél doet,” weet Marjolein en benadrukt: “Samenwerken komt niet aanwaaien. Het vraagt om vertrouwen, elkaar iets gunnen, het eens zijn met elkaar. In het oude systeem was er één winnaar die met een idee aan de haal ging. We moeten nu op zoek naar het gezamenlijke uitkomst en gewin, zonder dat iemand de held wordt. Samenwerkende partijen kunnen dan tot baanbrekende oplossingen komen. Deze manier van kijken en werken heeft zijn weerslag op alle partijen in het ecosysteem.”

Publieke-private samenwerking

We hebben de samenwerking tussen overheid en het bedrijfsleven een beetje laten versloffen, maar Marjolein ziet deze samenwerking als veelbelovend. “Ik zie hele mooie dingen ontstaan als bijvoorbeeld onderwijs, bedrijfsleven en gemeentes samen aan de slag gaan. We mogen trots zijn op ‘het innoveren’ op zich. Dan bedoel ik niet alleen het einddoel, maar ook op het proces ernaar toe. De energie die je erin stopt is nodig om goed samen te werken. Dat mogen we vaker met elkaar delen.” Binnen het mbo ziet ze mensen uit het bedrijfsleven lesgeven om leerlingen eerder met nieuwe of bestaande beroepen in aanmerking te komen. “Een ander mooi voorbeeld is de Perspectiefverklaring die we met verschillende partijen hebben ontwikkeld.” Ze legt uit: “Mensen die geen vast contract hebben zijn hiermee wel in staat om voldoende perspectief aan een financieel dienstverlener te tonen op basis waarvan deze een hypotheek kan verstrekken.” Het gaat dus om flexwerkers die zonder een vast inkomen tóch perspectief op de arbeidsmarkt hebben. Dus werkzekerheid boven inkomenszekerheid. Ideaal voor uitzendkrachten.

Experimenteren
“Er liggen zoveel mooie dingen in het verschiet als we open en met elkaar in gesprek gaan. Ik weet ook niet hoe de toekomst eruit gaat zien, maar het is belangrijk dat we naar elkaar toe bewegen om het werkend te krijgen. Hier is lef, geduld en vertrouwen voor nodig. We moeten er open over zijn dat we elkaar niet altijd snappen. We moeten elkaar durven bevragen of we op de goede weg zijn. En ons durven verdiepen in nieuwe technologieën. Niet alleen via formele scholing, maar ook zelf op zoek gaan op bijvoorbeeld het web. Durf jezelf de vraag te stellen of je het snapt en kijk wat ontwikkelingen betekenen voor je product, dienst of businessmodel. En durf je dan te experimenteren?”

Experimenteren vinden we volgens Marjolein spannend. In de industrieelverzorgde wereld zijn we gewend dat alleen binnen de lijntjes kleuren, beloond wordt. “De nieuwe kijk op de arbeidsmarkt vraagt dus om écht ondernemerschap. Aan iedere directiekamer of boardroom vragen mensen zich af of ze het goed doen. Of iets een kans is of niet. Dit gaat zóveel verder dan een beetje aan business development doen. Het is belangrijk dat we écht met iets komen waar de consument van de toekomst op zit te wachten. Ooit was de vraag: ‘Wat doet digitale technologie met fotografie?’ Sommigen gingen ermee aan de slag. Anderen niet en dan stierf een wereldmerk.”

Solidair en sociaal

Marjolein wil mensen inzicht geven dat deze discussie over de toekomst van werk niet langs een contractsoort gevoerd moet worden. “Het gaat erom wat mensen nodig hebben om zich in de maatschappij staande te houden en te ontwikkelen. Werk helpt daarbij. Dat zorgt voor inkomen, netwerk, leren, status, plezier, etc. We zijn de scheiding gaan maken dat sommigen een veiligere situatie hebben omdat ze in dienstverband werken, dan anderen. We leven in een wereld waarin een baan niet meer voor het leven is. Deze ontwikkeling moeten we met moderne zekerheid omgeven. Oud-denken over zekerheid heeft een eeuwigheid in zich. Als die eeuwigheid weg is, kun je denken aan andere producten. Iedereen moet toch mee kunnen doen op de arbeidsmarkt en op een eigen manier kunnen bijdragen? Het mooie aan deze kant van de wereld is dat we dat solidair en sociaal organiseren.”

Toekomstige arbeidsmarkt

Onderzoek toont aan dat over 20 jaar de helft van de huidige betaalde functies niet meer bestaat. Doordat deze door machines overgenomen zijn. “Dat betekent dat we ons moeten aanpassen op de technologische ontwikkelingen, maar wat mij betreft moeten we ook kijken naar de definitie van werk. Hoe kijken we bijvoorbeeld naar inkomen? Stel je voor dat mensen voor hun plezier iets gaan doen waar ze voor opgeleid zijn. Als je daar niet genoeg inkomen mee genereert, doe je er iets naast. Die gedachtegang vind ik om over na te denken. Wat dat betreft zouden we goed naar de ontwikkeling van zzp’ers moeten kijken. Zij hebben veel van de toekomstige arbeidsmarkt in zich. Hier zouden we een solidaire saus overheen kunnen gieten zodat we collectief een zekere levensstandaard hebben. Dat is goed voor ons allemaal.”

“Alleen ben je sneller, samen kom je verder”

‘Alleen ben je sneller, maar samen kom je verder’, is een gevleugelde uitspraak van Wim Bens. Met die gedachte is Rabobank ruim 120 jaar geleden ontstaan. “Nog steeds is samenwerken binnen onze coöperatie één van de belangrijkste kerncompetenties.”

“Dat is nog best een uitdaging in zo’n grote organisatie,” bekent Wim. “Er spelen verschillende belangen. Om goed te kunnen samenwerken moeten partijen zien dat zij van elkaar afhankelijk zijn en eigen belang hebben bij de samenwerking. Voelen dat ze samen beter presteren. Als leider wil ik graag het goede voorbeeld geven: ik nodig mensen uit, ga in gesprek en zoek samenwerkingspartners.”

Klanten zijn partners

De Rabobank heeft  zowel een opdracht naar klanten als naar de maatschappij. Hij legt uit: “Voor onze klanten zijn we veel meer dan een bancaire dienstverlener. Wij zijn een partner die op de lange termijn samenwerkt. Ook in onze maatschappelijke opdracht zoek ik nadrukkelijk partijen op.” Dit leidt regelmatig tot mooie projecten. Voor Wim was de ultieme vorm van samenwerking het project 013 Denim. Trots legt hij uit: “Dit is een draad van Indiaas biologisch katoen gecombineerd met een garen van gerecyclede spijkerbroeken uit Tilburg. Dit resulteert in een stof die werelden verbindt en verhalen vertelt.”

Gedachtegoed delen

Het idee om katoen uit India te halen, ontstond toen de Tilburgse bank de wens had een project van de Rabobank Foundation te adopteren. “We delen vanuit deze Foundation het coöperatieve gedachtegoed en zijn actief in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De doelstelling is om mensen te helpen zelfredzaamheid te zijn. Het Indiase katoen is afkomstig van Indiase katoenboeren die dankzij het werk van de foundation een betere prijs krijgen voor hun product. Een Tilburgs textielbedrijf recyclede ingezamelde spijkerbroeken uit de stad tot denim-garen.”

Verbinding zoeken

Wim weet dat dit de bank nooit alleen was gelukt. “Sterker nog, dan waren we niet eens op het idee gekomen.” Hij denkt terug: “De bank bracht mensen bij elkaar die iets met de stad hebben. We hielden een brainstorm met partijen die ogenschijnlijk niets met elkaar hadden en geen reden hadden om samen te werken. Ieder had een eigen belang om Textielstad Tilburg naar een hoger plan te brengen. Dit werd al snel een gezamenlijk doel.” Wim vindt het nog steeds bijzonder wat je kunt bereiken als je creatieve geesten en ondernemers bij elkaar zet. De draden van 013 Denim staan symbool voor de draden die Tilburg als stad met elkaar verbinden: het beste van het bedrijfsleven, cultuur, onderwijs en burgers is letterlijk en figuurlijk met elkaar verweven.

Dichtbij zijn

Het is Wims’ heilige overtuiging dat je samen altijd verder komt. Hij is verbinder in hart en nieren. “Daarom vind ik het heel belangrijk dat mensen niet alleen hun werk verrichten, maar ook betekenis geven aan de plek waar ze wonen en werken. Dat stimuleren en faciliteren we vanuit de directie.” Medewerkers van Rabobank Tilburg en omstreken zijn in een bepaald gebied de oren en ogen van de bank. Niet alleen commercieel, maar ook om mee te doen. Wim legt uit: “De fysieke bankgebouwen waar bewoners elkaar vroeger eens per week ontmoetten, worden minder belangrijk en de rol van mensen neemt toe. We zoeken actief contact en helpen waar we dat kunnen. We blijven hierdoor dichtbij.”

100 jaar historie in beeld

Om een goed beeld te krijgen van de afgelopen 100 jaar is een historische fotowand gemaakt. Met deze expositie krijg je inzicht in de oorsprong van het bedrijf en lees je de boeiende verhalen.

Zo startte Barend van Spaendonck in 1919, als zoon van een wollenstoffenfabrikant, boven een winkel in de Heuvelstraat 60, met ondersteuning van werkgeversverenigingen in de Brabantse regio. Daaronder zijn onder andere de voorlopers van VNO-NCW Brabant-Zeeland, de textielindustrie, de dakpanindustrie, de wolwevers, de leerlooierijen en de schoenproducenten. Van Spaendonck zette zich in toen al voor het samenbrengen van ondernemersbelangen.

Ben je geïnteresseerd, loop dan eens binnen en bekijk de expositie ‘100 jaar Van Spaendonck’ in het werkcafé van het Van Spaendonck Ondernemingshuis, Reitseplein 1 in Tilburg.