“Een hecht team heeft grotere kansen om te winnen”

“Om een goed team te vormen, moet je goed op elkaar zijn ingespeeld. Óp het ijs, maar zéker ook er buiten,” weet ijshockeyer Ivy van den Heuvel als geen ander. Hij is sinds april 2017 captain van ijshockeyteam Tilburg Trappers dat zowel op nationaal als internationaal niveau hoge ogen gooit. 

Niemand kan dóór een tegenstander heen, dus zijn teamgenoten nodig om er voorbij te komen. “Daar bouw je tactisch veel omheen dat je tijdens de training oefent,” weet Ivy. Zeker bij ijshockey is dat oefenen van belang. “We spelen met 6 tegelijk op het ijs, maar we zijn met 22 jongens. Iedere 30 tot 45 seconden wisselen we van samenstelling. Dat betekent goed afstemmen en samenwerken om een overwinning te behalen. “Als iedereen de beschikbare seconden gebruikt en op de juiste momenten wisselt, kun je als team 60 minuten het tempo hoog houden.” 

Hart luchten

“Als captain fungeer ik als brug tussen de spelers en de coach. Als de jongens of de trainer ergens tegenaan lopen, wordt dat met mij en mijn assistent aanvoerder besproken. Ik sta dicht bij de groep en bij de coach,” legt Ivy zijn rol uit. Een team is in zijn ogen tijdens de wedstrijd slechts een momentopname. De dagen dat de geelblauwe brigade (zoals Tilburg Trappers in de volksmond genoemd wordt) niet op het ijs staat, gebeurt er zoveel meer met een persoon. De spelers hebben gewoon een baan en maken privé van alles mee. “Als een teamgenoot niet lekker in zijn vel zit, heeft dat vaak invloed op het spel en uiteindelijk ook op de teamprestaties. Daarom zijn we er voor elkaar. Op het ijs, maar vooral dus erbuiten. We kunnen bij elkaar ons hart luchten.”

Jezelf wegcijferen

Ivy is 30 jaar, speelt al 14 jaar op niveau. Hij denkt altijd in het teambelang. Soms betekent dat jezelf wegcijferen. “Ons spel is fysiek. Als het nodig is dat iemand een check uitdeelt, neem ik dat voor mijn rekening. Als het team niet scherp is, ga ik harder werken om aan de rest over te brengen dat we ertegenaan moeten. Als een tegenstander een puck op goal schiet, ga ik ervoor liggen om te voorkomen dat er gescoord wordt. Ook buiten het veld kunnen spelers altijd bij me terecht. Als er problemen zijn, los ik deze op voor de jongens. Maar alles wat ik voor mijn teamgenoten doe, doen zij ook voor mij. Iedereen in het team is gelijk. We hebben veel leiders en jongens met ervaring. Het enige verschil is dat ik de ‘C’ van Captain op mijn shirt draag.”

Voor elkaar knokken

Behalve de onderlinge relatie, is het volgens Ivy ook belangrijk dat het team een goede relatie heeft met het bestuur van de club. “Als iets niet naar wens verloopt, moeten we dat kunnen bespreken. Maar zeker ook als zaken goed geregeld worden, is communicatie van belang.” Hij vertelt: “Zes jongens die de cultuur, het familiegevoel en onze manier van ijshockey door en door kenden, zijn in 2017 tegelijk gestopt. Degene die ervoor terugkwamen, zijn dankzij de sfeer waarin we met elkaar omgaan snel opgenomen. Als de basis goed is, is het eenvoudig om nieuwe jongens in te passen.” Hiermee geeft Ivy een compliment aan de club. “Je kunt de beste spelers bij elkaar zetten, maar als karakters botsen, is winnen uitgesloten. Het moet klikken. Wij weten van elkaar aan een blik al wat iemand wil zeggen. Die saamhorigheid, is goud waard. Wanneer de verschillen tussen twee teams klein zijn, is de kans groot dat een hecht team dat bereid is voor elkaar te knokken, wint.” Dat bewijst het kampioenschap in Duitsland. De Trappers zijn al 15-voudig Nederlands kampioen en werden in april 2018 voor de derde keer op rij kampioen in de Duitse Oberliga.

Beste vrienden

De vader van Ivy speelde bij Tilburg Trappers dus het is niet zo vreemd dat deze sportzoon als driejarig mannetje al met ijshockeyschaatsen, een puck en stick op het ijs stond. “Mijn beste vrienden ken ik vanuit de jeugd bij Tilburg Trappers. Ik ken ze al 18 jaar. We steunen elkaar door dik en dun. Op en naast het ijs. Dát is wat deze sport mij gebracht heeft en daar ben ik dankbaar voor. Echt! Iedereen stopt een keer met ijshockey. Voor de een komt dat moment eerder dan voor de ander. We deelden ooit een passie, maar ijshockey is slechts een spel, andere zaken worden belangrijker. De passie heeft plaatsgemaakt voor diepere onderwerpen.” 

Oma is de grootste fan

Acht maanden per jaar staat alles bij Ivy in het teken van ijshockey. “We trainen iedere dag en spelen 2 á 3 wedstrijden in de week in Zuid-Duitsland. Tel maar uit hoeveel we in de bus zitten. Tussen de bedrijven door ben ik aan het werk als personal trainer. Regelmatig rijden we met het team na een werkdag met de bus 800 kilometer om een wedstrijd te spelen. Ik ben dus tijdens het seizoen weinig thuis. Het sociale leven staat verder volledig stil. Dat vraagt veel van de thuissituatie. Als ik er wél ben, ben ik er ook echt. Dan is het vaste prik dat ik met mijn vriendin en hond ‘s ochtends ga fietsen. Mijn vriendin geeft me alle steun en helpt me waar nodig. Ze biedt me thuis de rust die belangrijk voor me is. Dat is me veel waard, maar de grootste fan is mijn oma. Zij zit iedere thuiswedstrijd op de tribune.

“Ondernemen is ook tegen mislukkingen kunnen”

Iedereen heeft graag een dak boven z’n hoofd, geen schulden en een interessante baan. Toch is dat niet voor iedereen in Nederland weggelegd. Omdat er bijvoorbeeld psychische problemen zijn, de school nooit afgemaakt is of de taal een barrière vormt. 

“Wij maken inactieve mensen zo snel mogelijk actief op de domeinen werk, onderwijs en zorg,” vertelt Aura Laumen. Zij is algemeen directeur van Calder Holding en legt uit: “We helpen samen met onze 800 enthousiaste medewerkers al ruim 30 jaar dagelijks vele honderden cliënten in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk. Wij weten mensen die aan de zijlijn staan te vinden, te binden en te motiveren. We zoeken out-of-the-box naar oplossingen om de persoon zelfredzaam te maken. Omdat er vaak meervoudige problematieken zijn, ontstaat er een kruisbestuiving tussen de verschillende domeinen waar wij actief in zijn. Onze docenten, ambulante begeleiders, psychologen, loopbaancoaches, etc. hebben allemaal als doel om mensen in de kortst mogelijke tijd verder te helpen.”

Recruitment binden aan opleiding

Aura schetst: “Een bouwvakker die het werk niet meer fysiek aankan en vertelt dat hij actief is bij het voetbal van zijn zoon, kan zomaar een goede jongerenwerker in de dop zijn. Wij leiden op en bieden een mbo-opleiding aan en begeleiden en bemiddelen vervolgens naar werk. In de zorg, kinderopvang, techniek en horeca zijn momenteel veel tekorten. Wij zoeken, o.a. door inzet van social media, mensen voor dit werk en leiden ze op. De nieuwe werkgever betaalt. We verbinden dus recruitment aan opleiding. Zelfs op je 50ste kun je nog gerust omscholen, want we moeten straks tot ons 70e jaar werken. Een leven lang leren is de nieuwe werkelijkheid. Het kan en is leuk! 

Cadeautje

Calder doet dit zowel rechtstreeks voor de particulier als voor werkgevers en op verzoek van gemeentes. “Een publiek-private samenwerking kan heel succesvol zijn,” vindt Aura. “Wij spreken de doelgroep anders aan dan een gemeente die de uitkering verstrekt. We zeggen niet dat iemand ‘moet’ werken. We bieden hen een kans aan, een cadeautje. Dat kun je aannemen of weigeren. Voor gemeentes kunnen wij van toegevoegde waarde zijn door een tijdelijke boost aan een initiatief te geven, om iets los te trekken. Vaak neemt de overheid het daarna als reguliere dienstverlening over. Het is duidelijk wat Calder toevoegt: een persoon die niet deelnam aan de arbeidsmarkt heeft werk én een opleiding, de gemeente heeft minder uitkeringsgerechtigden en Calder biedt een opleiding of werk aan. “Per jaar leiden we alleen al binnen zorg en welzijn zo’n 3000 mensen op maximaal mbo 4 niveau op,” zegt ze trots.

Doen wat je belooft

Calder is een sociale dienstverlener, maar wel op een bedrijfsmatige manier. “We zijn een profit organisatie en kijken dus heel goed naar de bedrijfsprocessen en naar de inkomsten en uitgaven. We krijgen vaak aanbiedingen om partijen over te nemen. Wat we verdienen gaat terug het bedrijf in zodat een overname uit eigen middelen kunnen doen. We gaan enkel met partijen in zee als ze bij ons dna en dienstverleningspakket passen.” Ondernemerschap betekent volgens Aura lef tonen. “Een koers bepalen en daar je focus op houden, werken vanuit passie, doen wat je belooft, de juiste mensen om je heen verzamelen en vooral: tegen mislukkingen kunnen.” 

“Naar elkaar luisteren, met elkaar praten en verbinding maken”

Vittorio (52) heeft een heftige jeugd achter de rug in Iran. Op zijn 18e verdedigde hij met 25 vrienden zijn vaderland tijdens de oorlog tussen Irak en Iran. In 3 jaar tijd verloor hij 20 kameraden. Kort erop ontvluchtte hij zijn geboorteland.

Zijn heftige verleden gebruikt hij nu om anderen te helpen. “Ik wil eenzaamheid doorbreken, want we hebben vaak niet in de gaten wat voor gevolgen dit kan hebben voor de maatschappij.” Met grote regelmaat ontvangt hij in een zandbak van 15m2 bij de Tilburgse Piushaven mensen voor een kop koffie en een gesprek. “Ik bied een luisterend oor in ‘de huiskamer’. Ga het gesprek aan. Zoek de verbinding. Zóveel mensen voelen zich niet welkom op deze wereld en hebben het gevoel nergens heen te kunnen. We zijn allemaal druk en nemen te weinig tijd om elkaar in de ogen te kijken. Oprecht geïnteresseerd te zijn in elkaar en van gedachten te wisselen,” vindt Vittorio. Om met mensen in contact te komen is hij op Koningsdag 2017 bij de draaibrug ijs gaan verkopen: zoetigheid tegen de verbittering. Symbolisch bij de brug die voor verbinding staat. Die plek is nu zijn podium.

Heineken

“Toen ik op oudjaarsavond 1991 in Nederland aankwam, kende ik niemand. Ik stond diezelfde avond met een paar zwervers rondom een vuurkorf op straat en kreeg een Heineken in mijn hand gedrukt met de woorden: ‘Welkom in Nederland’. Het ís zo belangrijk dat mensen verbinding maken, naar elkaar luisteren, met elkaar praten. Dat probeer ik vanuit de huiskamer te faciliteren. Jong, oud, arm, rijk, laag opgeleid, hoog opgeleid; iedereen stapt hier (letterlijk) drempelloos naar binnen.” 

Ogen openen

Vittorio werkte tot voor kort bij een ROC. “Ook deze havo/vwo leerlingen zoeken me regelmatig op als ze weten dat ik er ben. Ze hebben vaak veel bagage en hebben begeleiding nodig. Ze komen naar de huiskamer. Door mijn verleden kan ik uitleggen hoe het ook had gekund. Ik open de ogen hoe fijn het is dat hun wieg in een goed land heeft gestaan met prachtige mogelijkheden. Zij hebben de kans er iets moois van te maken.” Soms ontmoet Vittorio mensen met extreme denkbeelden. “Ik respecteer ze om wie ze zijn en heb geen vooroordelen. Iedereen is welkom en wil gehoord worden. Ik ga de dialoog aan en probeer ze te overtuigen om er een mildere mening op na te houden. Ook zie ik mensen heel diep zitten en dan ben ik soms bang dat het gesprek bij een spoorwegovergang eindigt. Dan vraag ik of we het gesprek een paar uur later voort kunnen zetten en of het goed is dat ik er iemand bij roep die ook mee kan luisteren. Ze komen altijd terug.”

Cadeautje

Vittorio is lang niet altijd aanwezig in z’n huiskamer. “Ik heb ook nog een cateringbedrijf en de huiskamer is best veel werk. Steeds moet alles opgetuigd en afgebroken worden. Ik heb nu een eigen garagebox, maar voorheen zette ik mijn spullen bij verschillende mensen in de buurt neer. De een geeft me water om koffie of thee te kunnen zetten voor mijn gasten, de ander voorziet me van elektriciteit. Als het regent, helpen mensen uit de buurt mee om alles droog te zetten. Zó mooi. Het is veel werk, maar ik krijg er zóveel voor terug.” Via Facebook meldt Vittorio wanneer de huiskamer open is. “De huiskamer is een cadeautje van mij aan Nederland. Het is ‘onze’ huiskamer. Ik hoop mensen te inspireren en te motiveren zelf ook de verbinding te blijven zoeken. 

“Biomimicry maakt bedrijven veerkrachtiger”

De natuur kan ons helpen om hedendaagse maatschappelijke, organisatorische en technische uitdagingen het hoofd te bieden. Biomimicry haalt lessen uit de natuur. Talloze organismen leven per slot van rekening al miljoenen jaren op aarde en kennen de strategieën hoe je hier het beste kunt overleven en floreren. 

Saskia van den Muijsenberg licht direct toe: “Biomimicry probeert die strategieën uit de natuur na te bootsen en toe te passen in alles wat mensen willen maken, ontwerpen en organiseren. ‘Bio’ betekent ‘het leven’ en ‘mimesis’: nabootsen. Biomimicry is een ontwerpdiscipline die design, onderwijs, industrie, organisatie en zelfs de economie op z’n kop kan zetten,” voorspelt ze. 

Alles draait om interactie

Om iets te maken, gebruiken we vaak veel energie, flinke druk, hoge temperaturen of vervuilende chemische processen. In de natuur komen zaken tot stand op kamertemperatuur, in of op het lichaam van het organisme en wordt water gebruikt als oplosmiddel. Alles is biologisch afbreekbaar en herbruikbaar. De natuur werkt dus milieuvriendelijk. “Daar kunnen wij van leren, want de tijd van zaken na gebruik op de afvalhoop gooien is verleden tijd. Wil je circulair business uitoefenen, dan moet je samenwerken. Net zoals in de natuur,” stelt Saskia. “Een boom laat een eikel vallen, de eekhoorn eet deze op en de eikel gaat via de ontlasting als voeding van de bodem de grond in. De eekhoorn wordt op een gegeven moment opgegeten door een vos. De vos gaat dood en die bacteriën komen terug het systeem in. Er zijn dus verschillende organismen nodig om het te laten circuleren. Dit systeem is ontstaan door interactie tussen planten en dieren. Wij denken nog vaak dat een fles weer een fles moet worden, maar niet iedere eikel wordt een eikenboom.”

Tapijttegels van visneten

De natuur is een onuitputtelijke inspiratiebron voor duurzame oplossingen voor vraagstukken waar onze maatschappij voor staat. Saskia schetst: “bij Interface Tapijttegels namen ze zich eind jaren 90 al voor om geen negatieve impact meer te hebben op het milieu. Ze gebruikten biomimicry voor hun innovatieproces. Ze bekeken een bosvloer en ontdekten dat niet alle tegels een gelijke print hoefden te hebben. Hierdoor is er minder snijafval, minder productieafval en de tapijttegels zijn bovendien makkelijker te leggen en te vervangen. Een groot succes dat om meer vroeg. Ze wilden de lijm beperken om het tapijt vast te maken. Ze lieten zich inspireren door de manier waarop gekko’s tegen een muur opklimmen. Ze ontwikkelde ’tactiles’, kleine bioplastics die werken als gekkopootjes. Die verbinden de tapijttegels waardoor ze zwaarder worden. De zwaartekracht houdt ze op hun plek.” Makkelijker te installeren, beter te recyclen en beter voor de luchtkwaliteit. Interface maakt nu zelfs tapijttegels van de nylon van oude visnetten. Hiervoor werken ze samen met vissers op de Filipijnen die de kapotte netten uit de zee halen.” 

Simpele regels

De natuur biedt volgens Saskia vaak de oplossing. “Zo zien steeds meer organisaties het belang van zelfsturend werken. Een bekend fenomeen voor zwermen vogels. Ze hebben maar een paar simpele regels die ze allemaal volgen: houd de richting van je twee buren aan. Vlieg niet te ver van elkaar af en vlieg niet te dichtbij elkaar. Als elk individu dezelfde regels toepast op zichzelf en de eigen situatie, kun je tot een complex systeem komen. Neem ook de migrerende ganzen die in een ‘V’ vliegen. Ze roteren niet alleen om elkaar uit de wind te houden. Het blijkt dat ze ook van positie wisselen omdat niet een gans de hele route kent. Ze vliegen dát stuk dat ze kennen voorop. In projectmanagement benoemen we een projectmanager voor het hele project. Misschien is het beter om net als bij de vogels in verschillende fases verschillende mensen in te zetten.” 

Relatie positief bekrachtigen

“De kennis die in de natuur ligt opgeslagen, zijn we aan het ontrafelen en toepassen. Het leek vroeger in de natuur om competitie te gaan, maar we komen erachter dat dit juist om het vermijden van competitie gaat omdat het energie kost. Door samenwerking vind je je eigen niche.” Een waardevolle tip uit de biomimicry is: zorg voor aanvullende competenties. Dieren creëren onderling ook een win-win relatie. Ze doen vaak dingen waar een ander iets aan heeft zonder dat het ze moeite kost. “Kijk bijvoorbeeld naar de zeeanemoon en de anemoonvis. De anemoonvis is de enige vis die door een zeeanemoon kan zwemmen. Ze hebben iets aan elkaar. De zeeanemoon geeft bescherming aan de anemoonvis en de zeeanemoon leeft van de ontlasting van de vis. De anemoonvis zorgt als hij door de anemoon zwemt ook nog eens voor extra zuurstof voor de zeeanemoon. Ze helpen elkaar, maar het kost geen van de partijen moeite. Dat versterkt de relatie. Zo zouden bedrijven ook naar hun relatie kunnen kijken. Wat levert het de ander op om met mij in een relatie te zitten? Wat kun je nog  meer doen om de relatie positief te bekrachtigen? Die ideeën kun je dus halen uit de natuur.”

Biomimicry aan bedrijfsleven koppelen
Saskia heeft deze ideologische baan zelf gecreëerd. Ze probeert via allerlei manieren banen in dit werkveld te ontginnen. Ze werkt in opdracht, maar heeft geen winstoogmerk. Ze faciliteert innovatietrajecten en betrekt anderen in de uitvoering. “Ik werk vanuit een netwerk met biomimicry toepassers. Ik denk dat deze visie op de wereld en innovatiemethode bedrijven veerkrachtiger maakt en dat het een positieve bijdrage kan leveren aan al het leven op aarde. Daarom breng ik biomimicry via workshops, presentaties, publicaties en onderzoek over het voetlicht bij ondernemingen. We willen dat ondernemers zich bij ieder vraagstuk afvragen: hoe zou de natuur dit doen? Daar ligt namelijk vaak het antwoord. Mensen die dit professioneel doen, koppelen we aan het bedrijfsleven.”

Innovatiekabinet: prangende vragen voor het mkb

Het Innovatiekabinet is een groep van vrije denkers en doeners onder leiding van Ruud Koornstra. Zij helpt mensen in het mkb met prangende innovatievraagstukken op momenten dat regelgeving ze belemmert. “We helpen niet alleen omdat we lijntjes hebben met het echte kabinet, we weten vaak de expertise te vinden die ze nodig hebben. We praten veel met mkb-ondernemers om vanuit hun expertise te sparren.” Voor Saskia dé manier om biomimicry bij de mkb’er onder de aandacht te brengen, want met de natuur kom je zoveel verder.

“Gezamenlijk tillen we de producties naar een hoger niveau”

“Video- en tv-producties maken, vraagt om een creatief proces. Dankzij brainstorms kom je tot bijzondere en verrassende resultaten,” weet video- en tv producent, Isabelle van den Boomen als geen ander. Uiteindelijk leiden verschillende hersenspinsels tot een uniek product.

Isabelle bedenkt, filmt, interviewt, regisseert én monteert diverse videoproducties van tv-programma’s, commercials, aftermovies en videoclips. Bij kleine producties lukt dat prima alleen, maar bij grotere creaties heeft ze meer partners in crime. “Per opdracht bekijk ik in mijn netwerk en vriendenkring wie ik het beste bij een bepaalde productie kan betrekken, want iedereen heeft zijn of haar eigen kracht,” vertelt Isabelle die sinds 10 jaar eigenaresse is van Isa Music & Media en de mooiste producties maakt voor onder meer RTL, Joop van den Ende, Ladies of Soul, De TV Kantine, Soldaat van Oranje en vele mediabedrijven. Ze is zo’n beetje verantwoordelijk voor alle aftermovies van Nederlandse concepten in de Ziggo Dome en in Ahoy. Denk alleen al aan Ladies of Soul, André Hazes in Ahoy, Ashtonia, Let’s Dance, André Kuijpers, Holland zingt Kerst en The Christmas Show.

Ons eigen netwerk

Meestal werkt ze met een vaste groep van vijf professionals, maar ze pakt ook graag producties samen met mensen uit haar directe omgeving op. Ze schetst: “Laatst had ik een grote videoclipproductie van het nummer Candy van Nghtshft, geproduceerd door mijn vriend. Met een paar vrienden hebben we deze productie opgezet en regelden we een crew van 20 mensen: acteurs, figuranten, een assistent, lichtman, noem maar op. Al deze mensen kwamen uit ons eigen netwerk. In deze hilarische clip figureerden onder andere de zangeres van onze band QWARK waar ik toetseniste en backing vocals ben, een opdrachtgever waar ik veel mee werk, nichtjes van mijn vriend en zelfs mijn ouders. Voor één scène moesten mijn vader en moeder heel boos worden. In het begin had mijn vader hier moeite mee, maar ik gaf hem wat handvatten: situaties waarvan ik wist dat hij er zich in het dagelijks leven over op zou winden. De shots die we samen maakten, waren fantastisch. Onze bekenden bleken goed te kunnen acteren, als je ze maar op de juiste manier weet uit te dagen.

Gezamenlijk naar een hoger niveau

Isabelle vroeg een poosje terug een aantal vriendinnen om te acteren voor een Verkade commercial. Zij mochten een hele middag chocolade eten voor camera,” lacht Isabelle. “Superleuk om op deze manier samen te werken. Ik bied vrienden werk en ik kan mooie dingen maken met mensen die ik ken en vertrouw. Dit zorgt uiteindelijk voor een nóg beter resultaat. Het is zo mooi om te merken dat je de grootste producties kunt maken samen met de mensen uit je eigen omgeving. Gezamenlijk tillen we de producties naar een hoger niveau.”

Vertrouwen en discretie

“Zelf heb ik vaak het plaatje hoe het moet worden al in mijn hoofd, maar omdat je met meer mensen bezig bent, rijzen er gaandeweg allerlei ideeën en kom je verder.” De aftermovie moet na de laatste show zo snel mogelijk live zodat de kaarterkoop van het jaar erop van start kan gaan nu het bij mensen nog vers in het geheugen zit. Je moet de show kunnen voelen; de beleving en sfeer pakken op het juiste moment zodat de optredens die volgen als warme broodjes over de toonbank gaan. Steeds weer maak je iets unieks. Zo ook bij Epke Zonderland die mee deed met een show in Ziggo Dome. Het idee ontstond om Epke te volgen op de catwalk op weg naar het ronde podium midden in de concerthal waar hij zijn applaus ging halen. Isabelle denkt terug: “Hij deed zijn kunsten, kreeg applaus en liep naar voren. Ik erachter aan. Je ziet z’n gespierde rug en hij spreidt z’n armen. Op dat moment vliegt het vuurwerk omhoog en zie je 15.000 man compleet uit hun dak gaan. Dan heb je dat shot …. Kicken!” Zo’n schot in de roos is mooi, maar lang niet altijd is de beeldkeuze makkelijk te bepalen. “Werken met verschillende mensen betekent verschillende ideeën en meningen. Ook al denk ik er soms anders over, ik neem het shot dat een teamlid voorstelt op en kijk achteraf wel wat ik ermee doe.”

Positiviteit en energie

Zie je Isabelle tijdens een van de vele mediaspektakels, dan zie je vaak een camera. Met haar ene oog kijkt ze in de camera met de andere maakt ze contact met haar interviewkandidaat. “De BN’ers waarmee ik werk, hebben me vaak voorbij zien komen. Ze kunnen me vertrouwen. Weten dat ik discreet ben. Hierdoor bouwen we samen een band op waardoor we tot een beter resultaat komen.” Camerawerk is zo veel meer dan op ‘rec’ duwen. “Ik denk met de mensen voor de camera mee. Ik tip ze als een kledingstuk of haarpluk niet goed zit.” Met Chantal Janzen vindt Isabelle het altijd fun. “Dan stel ik iets grappigs voor en dan gaat zij erop en erover. Leuk om samen op een ontspannen manier mooie dingen te maken die positiviteit en energie bevatten.”

Jezelf zijn

Doordat Isabelle zelf veel energie geeft, krijg ze er van anderen ook veel voor terug. Ze weet minder ervaren mensen altijd uitstekend op hun gemak te stellen. “Ik maak een praatje en vertel wat er goed gaat, zodat ze zich op hun gemak voelen. Of ik nu Glennis Grace, Jude Law, Joop van den Ende of iemand op straat voor de camera heb staan: ik ben open, tegen iedereen hetzelfde en altijd mezelf.”

“Zonder toegevoegde waarde heb je geen bestaansrecht”

Waarom moet een mkb ondernemer zoveel geld betalen voor een jaarrekening waar hij praktisch niets mee kan? Pas een half jaar na het einde van het boekjaar krijgt de ondernemer een mooi boekwerk dat de accountant met hem bespreekt en daarna verdwijnt het voor altijd in het archief.

“Dát is precies de reden dat onze aandeelhouder in 2015 de mkb activiteiten van KPMG overnam,” weet Richard Smid, directievoorzitter van 216 (spreek uit ‘twee-één-zes’). “Wij willen meer doen dan het opleveren van cijfers in het jaarverslag, de boekhouding en de salarisadministratie. Wij richten ons op het geven van advies waar de ondernemer echt iets mee kan. Dat betekent dat we een switch aan het maken zijn van een productgerichte aanpak naar een klantgerichte aanpak. Pas als we weten waar de klant op zit te wachten, kunnen we toegevoegde waarde leveren. Belangrijk, want zonder toegevoegde waarde hebben onze 90 medewerkers verdeeld over negen kantoren in Nederland geen bestaansrecht.”

Slimme it-oplossingen

Het mag duidelijk zijn dat alleen een jaarverslag, fiscale aangifte of loonstrook aanleveren aan de klant weinig toevoegt. Het gaat om meer dan alleen cijfers. “Wij moeten het hele jaar door in verbinding staan met de klant, weten waar hij ’s nachts van wakker ligt. Het is aan ons om klantvraagstukken vroegtijdig te signaleren, op de juiste manier te interpreteren en vervolgens proactief advies te geven waar de klant direct mee aan de slag kan. Dankzij de kennis van onze medewerkers in combinatie met slimme it-oplossingen die tussentijds triggers naar boven halen, kunnen we het hele jaar door real time advies geven.”

Elkaar challengen

Het is Richard meer dan duidelijk dat het vak verandert en dat de medewerkers mee moeten veranderen. “Ze moeten elkaar challengen, nadenken hoe het anders kan. Beter. In plaats van doen wat ze al jaren doen.” Zeker met alle uitdagingen waar de sector mee te maken krijgt, zijn flexibele mensen volgens hem broodnodig. “Het traditionele verdienmodel van een accountantskantoor is verleden tijd. Daarom omarmen we digitalisering en technologische ontwikkeling. Neem de Europese richtlijn voor betaaldiensten, PSD2. Met de vrijgegeven financiële data kunnen fintechbedrijven nieuwe producten ontwikkelen die impact kunnen hebben op het totale accountancy vak. Ook voor mkb’ers betekent dit een kans als zij dankzij financiële technologische ontwikkelingen geldzaken sneller en gemakkelijker kunnen regelen.”

Cultuuromslag in veranderende markt

216 maakt onderdeel uit van een groep met it-bedrijven en heeft hierdoor veel affiniteit met digitalisering. “Daarom zijn we met onze zusterbedrijven en externe partners bezig om slimme manieren te zoeken om de klant verder te helpen. We hebben een traditioneel vak, en hebben vanuit KPMG een traditioneel bedrijf overgenomen. We hebben dus sinds 2015 een flinke cultuuromslag moeten doorvoeren.” Richard verduidelijkt: “Het is zoveel meer dan er een tool tegenaan. Het vereist een heuse verandering in de mind-set van onze medewerkers. Daar steken we veel energie in. Wij weten exact welke kant we op willen, maar het realiseren van een cultuurverandering kost tijd.”

“Mijn mannen weten dat ze altijd op mij kunnen rekenen”

Het is natuurlijk een hele eer om de Willems-Orde te mogen ontvangen, maar mijn werk doe ik natuurlijk nooit alleen. Als helikopterpiloot in een Apache sta ik continu in verbinding met alle onderdelen van de krijgsmacht. Zo ben ik in de lucht verweven met de grondtroepen. In Afghanistan bijvoorbeeld werd ik ingezet bij gevechtsoperaties waar geen andere luchtsteun meer mogelijk was. De mannen op de grond hebben het moeilijk en lopen gevaar, maar ze wéten dat ze altijd op me kunnen rekenen. Daar ga ik inderdaad ver in.

“Afstemmen is in elkaar investeren”

We ontmoetten elkaar op een vrijwilligersdag en raakten in gesprek. We kregen het over het hardloopevent de Singelloop in Breda waar we allebei ooit aan mee wilden doen. We besloten de uitdaging sámen aan te gaan. Alyssa vertrouwde me direct. De enige houvast die ze tijdens het rennen heeft, is een ring waarmee ik haar leidt. Omdat Alyssa geen obstakels ziet, moest ik me 100% verplaatsen in haar. Dat vraagt om afstemming, dus investeren in elkaar. Ons gezamenlijke doel was iedere zaterdag samen trainen, de beloning was de medaille.

Het was heel druk tijdens het hardloop event met supporters en muziekbandjes, dat vraagt om een speciale manier van communiceren. Ook al zag én hoorde ze mij op sommige momenten niet: ze liet zich niet afleiden. We moesten blind op elkaar vertrouwen. We vonden het enorm spannend, maar het was een prachtige ervaring

“Wij maken door samenwerking grote dingen klein”

Luc Scheijmans doet er als radiotherapeut-oncoloog bij Instituut Verbeeten al meer dan 20 jaar alles aan om vrouwen met borstkanker te genezen. Dankzij enorme vooruitgang in de techniek lukt dat gelukkig steeds vaker. 

Complexe bestralingen zijn geconcentreerd in enkele instellingen. Brabant kent wat dat betreft een unieke situatie: Instituut Verbeeten verricht bestralingen voor vijf ziekenhuizen in de regio met wie ze samenwerkt. Hierdoor krijgt deze radiotherapeutische instelling veel patiënten met kanker aangeboden en kan dus veel kennis en ervaring opdoen en expertise in huis halen. Dankzij deze samenwerking krijgen artsen de ruimte en de mogelijkheid zich te specialiseren voor een specifiek oncologisch gebied. 

Borstkankerdeskundigen

“Zo heb ik me helemaal gericht op borstkanker,” vertelt Luc en schetst: “Is borstkanker vastgesteld bij een van de patiënten van de samenwerkende ziekenhuizen, dan komen alle borstkankerdeskundigen samen in een multidisciplinair overleg. Iedere behandelaar brengt zijn eigen deskundigheid mee: een röntgenoloog interpreteert de foto, de chirurg brengt in hoe te opereren, de internist-oncoloog geeft zijn visie over de te volgen therapieën, de radiotherapeut-oncoloog praat over het te bestralen gebied, de patholoog anatoom licht het verwijderde weefsel toe. De diëtist adviseert over voeding en maatschappelijk werk neemt de psychische begeleiding voor zijn rekening. Voor iedere patiënt afzonderlijk stellen we gezamenlijk op maat een behandelplan op. Op deze manier realiseren we met elkaar de best mogelijk zorg voor de patiënt met kanker.” Luc stelt: “Waar je raakvlakken hebt in samenwerking, ontstaat innovatie.”

 Hechte samenwerking

Vroeger moesten mensen uit Breda en Den Bosch naar Instituut Verbeeten in Tilburg afreizen, maar dankzij de locaties van Verbeeten Breda (sinds 2010) en Den Bosch (sinds 2011) is voor hen bestraling in de eigen stad mogelijk. Luc blikt terug: “Wij moesten verder groeien, maar we wilden niet één hele grote afdeling. Het leek ons voor de patiënt wenselijk de zorg dichter naar zijn woonplaats toe te brengen. Vandaar nu meerdere locaties van Verbeeten. We hebben al jaren een hechte samenwerking met de specialisten van het Amphia Ziekenhuis in Breda en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. 

“Het is een prachtige vooruitgang dat we op de millimeter nauwkeurig kunnen bestralen zodat we het gezonde DNA zo min mogelijk hoeven te beschadigen.” Verbeeten verzamelt de behandelresultaten van patiënten van de verschillende samenwerkende ziekenhuizen. “Met deze onderzoeksgegevens zijn we in staat steeds beter en minder belastend te bestralen.” Sinds kort werken we ook intensief samen met het Bernhoven ziekenhuis in Uden en het Rivas in Gorinchem, naast de ook al jaren bestaande samenwerking met het ETZ in Tilburg.

Verbeeten Fonds

“Dankzij samenwerking, maken we grote dingen klein.” Luc doelt hier niet enkel op de tumor. Hij legt uit: “Door de bundeling van kennis en kunde maken we een heftige gebeurtenis behapbaar dicht bij huis en hoeft een patiënt de regio niet uit voor een paar minuten radiotherapie per behandeling.” Mensen zijn vaak na behandelingen zó dankbaar dat ze Instituut Verbeeten kaartjes sturen en soms zelfs geld doneren. Voor deze giften is destijds Stichting Verbeeten Fonds opgericht. “Het geld zetten we in om kankerpatiënten op de juiste en vooral meest menswaardige manier te behandelen en onderzoek te doen naar deze ziekte. Gedurende het gehele jaar organiseert Verbeeten Fonds verschillende evenementen waaronder de jaarlijkse Verbeeten Challenge. In 2018 is 91.500 ingezameld,” vertelt Luc trots. Geld dat weer gebruikt wordt voor verdere verbetering van de behandelingen van patiënten met (borst)kanker.

“Van samenwerken leer je van elkaar”

Juf Floor is kleuterjuf op basisschool De Uilenspiegel in Boekel. Hier geven ze ervaringsgericht onderwijs. Dit betekent dat de leerkracht aansluit op de beleving en het welbevinden van de leerling.

“Wanneer een kind een broertje of zusje krijgt, gaan we daar in de klas dieper op in zodra ik merk dat daar behoefte aan is. Alle leerlingen mogen hun eigen geboortekaartje meenemen of ze maken een nieuwe die ze in de taalhoek hangen. Ze leren hun naam schrijven en ontdekken begrippen als ‘datum’ en ‘gewicht’. Een moeder komt een keer de baby in de klas badderen zodat we de woordenschat uit kunnen breiden. Kinderen mochten laatst met een zwangere leerkracht mee naar de echoscopie,” vertelt Floor. “Ze hebben niet in de gaten dat ze ontzettend veel aan het leren zijn.”

Betrokkenheid verhogend leren

“Het is natuurlijk niet alleen go with the flow,” zoals Floor het zegt. “We hebben onze methodes waarin bijvoorbeeld staat welke letter in welke week in de spotlights staat. Daar werken we ’s ochtends aan zodat we ’s middags altijd met een thema aan de slag kunnen.” Als het onderwerp toevallig over verkeer gaat, zie je Floor met haar klas in een bus door Den Bosch rijden. “We kijken welke verkeersborden we tegenkomen en wat deze betekenen. We kijken in een trein rond en verkennen het busplein. De bussen zijn genummerd, dus we bespreken de getallen. Doordat ik behandel wat de kinderen leuk vinden, is de interesse groot. Ouders helpen graag op dit soort middagen. Zij kiezen heel bewust voor deze vorm van onderwijs.” 

Samen hutten bouwen

Niet altijd kunnen kinderen de aandacht erbij houden. “Laatst had ik al drie keer gevraagd of ze een boek aan de kant wilden leggen. Ik ontdekte dat ze afgeleid waren door een geschiedenisboek dat iemand mee had genomen.” Binnen een paar minuten waren de kinderen buiten spelen aan het slijpen van takken en waren ze druk in de weer om met doeken tenten te bouwen. Ze waren compleet terug in het stenen tijdperk. Floor weet: “Kinderen die met veel plezier naar school gaan en vaak betrokken werken, maken een goede ontwikkeling door. Ook ik ga na 11 jaar in het onderwijs nog steeds met plezier naar school.”

Eigenaar van eigen leren

“We werken vanuit de driehoek: ouder, kind en leerkracht. De lijntjes zijn kort. Twee keer per jaar komen de ouders met het kind naar school. Aan de hand van hun portfolio met werkjes waar ze trots op zijn, vertellen ze hoe het met ze gaat. Achter in de map zit een brief die de leerkracht aan de kinderen schrijft met een competentielijst.” Kinderen zijn bij Floor op school zelf eigenaar van hun eigen leren. “Wij geven aan wat het kind allemaal al kan en vragen wat ze graag nog meer willen leren.” Daar zijn projecten voor die ze alleen of met hulp van een maatje uit de bovenbouw kunnen vormgeven. Het maatje helpt met bronnen zoeken of met een presentatie maken. Van samenwerken leer je van elkaar en dat zorgt ervoor dat kinderen extra gemotiveerd zijn. Zeker als een kind zich prettig en veilig voelt. Een beginnende kleuter koppelen we aan een leerling van groep 7. De eerste weken haalt deze leerling de kleuter op als ze op het grote speelplein gaan spelen. Totdat de kleuter aangeeft dat deze het zelf kan.”