Boven een winkel in de Heuvelstraat 60 startte Barend van Spaendonck in 1919, als zoon van een wollenstoffenfabrikant, met ondersteuning van werkgeversverenigingen in de Brabantse regio. Daaronder zijn onder andere de voorlopers van VNO-NCW Brabant-Zeeland en de textielindustrie, de dakpanindustrie, de wolwevers, de leerlooierijen en de schoenproducenten. Hij zette zich in voor het samenbrengen van sociaal-economische ondernemersbelangen. Hij was daarin een vertrouwenspersoon en ‘duvelstoejager’ voor veel partijen. Binnen de stichtingsstructuur functioneerde Van Spaendonck als coöperatie voor de aangesloten branches.

 

Barend zat tot 1915 op het pre-gymnasium, het huidige St. Odulphuslyceum. Tijdens de Eerste Wereldoorlog studeerde hij juridische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Utrecht en was hij lid van studentenvereniging Veritas. Al tijdens zijn studiejaren hield hij lezingen en publiceerde hij in tijdschriften. Zijn promotie in 1918 was de officiële afsluiting van zijn rechtenstudie: meester doctor in rechtswetenschap en staatswetenschap.